Leidraad Multidisciplinaire beoordeling bij multimorbiditeit

Initiatief: NIV Aantal modules: 5

Inleiding, probleemstelling en huidige stand van zaken

Uitgangsvraag

Hoe kan de afstemming van zorg tussen verschillende behandelaren voor de patiënt met multimorbiditeit in het ziekenhuis verbeterd worden?

Aanbeveling

Organiseer een multidisciplinaire beoordeling bij multimorbiditeit (MDB) voor patiënten met meerdere chronische aandoeningen wanneer er fragmentatie van zorg wordt ervaren door een zorgverlener, patiënt of diens naaste(n).

 

Borg hierbij vier noodzakelijke onderdelen:

  1. Het beoordelen van de patiënt met aandacht voor

a) alle domeinen van het functioneren (biopsychosociaal), aandoeningen en behandelingen waar bij deze patiënten problemen kunnen optreden;

b) de doelen, voorkeuren en mogelijkheden van de patiënt.

 

  1. Multidisciplinair afstemmen.
  2. Benoemen regieondersteuner en aanspreekpunt.
  3. Beschrijven van een overkoepelend en afgestemd behandelplan.

Indien er een eenvoudigere manier is om de zorg adequaat af te stemmen, dan heeft dat de voorkeur. Een MDB biedt een antwoord op complexe vraagstukken omtrent afstemming van zorg.

Overwegingen

De prevalentie van multimorbiditeit in 2016 varieerde in Nederland, afhankelijk van de leeftijdsgroep, van 9,2% (bij 0-24 jarigen) tot 82,1 % (bij 75-plussers) (1). Multimorbiditeit gaat vaak gepaard met functionele achteruitgang en problemen op psychosociaal gebied. Daarnaast hebben patiënten met meerdere chronische aandoeningen een kortere levensverwachting.

 

Vanwege de stijgende prevalentie van zowel chronische aandoeningen en multimorbiditeit, als van de levensverwachting van patiënten met meerdere chronische aandoeningen, is er wereldwijd vraag naar organisatievormen om de kwaliteit van zorg voor deze patiëntengroepen te verbeteren (2). De huidige zorg in het ziekenhuis is georganiseerd rondom medisch specialismen, is ziektegericht, en wordt meestal gestuurd door de acute problemen van een patiënt. Deze organisatie leidt ertoe dat er door zowel patiënten met meerdere chronische aandoeningen die bij meerdere specialisten in het ziekenhuis komen als door de betrokken zorgverleners fragmentatie van zorg kan worden ervaren (3,4). Fragmentatie van zorg verwijst naar de situatie waarin patiënten behandeld worden door verschillende specialisten en zorgverleners, én deze zorgverleners onvoldoende samenwerken of toegang hebben tot relevante informatie over de patiënt. Dit heeft een negatieve invloed op de continuïteit en kwaliteit van zorg (1,3,4). Gefragmenteerde zorg kan leiden tot onnodig zorggebruik, zoals over- of onder- diagnostiek en -behandeling, en potentieel vermijdbare uitkomsten, zoals spoedopnames in het ziekenhuis of (ernstige) bijwerkingen van medicatie (1). De huisarts houdt in beginsel de regie vanuit de eerste lijn, maar bij patiënten die veel ziekenhuiszorg ontvangen is het een uitdaging om overzicht te houden.

 

Een recente survey van de Patiëntenfederatie Nederland onder 7020 personen met meerdere chronische aandoeningen, toonde dat meer dan 50% ervaart dat de zorg gericht is op één aandoening. Meer dan 30% van hen vindt dat er meer contact tussen zorgverleners mag zijn, en een derde van hen heeft behoefte aan een coördinator in de zorg (5). Om tegemoet te komen aan de zorgbehoeftes van patiënten met meerdere chronische aandoeningen, zal de zorg aangepast moeten worden. Gezien de toenemende omvang van deze doelgroep bestaat de noodzaak om tot duurzamere en doelmatigere oplossingen te komen, die aansluiten bij de principes van Passende zorg. Het bereiken van een overkoepelende en afgestemde behandeling voor de patiënt met meerdere chronische aandoeningen vereist een nauwe samenwerking van de verschillende behandelaren. In de Risicoprofiel Basisset 2022-2027 staat ‘onvoldoende afstemming rondom bepalen van of ontbreken van regie bij multidisciplinaire zorg’ genoemd als aandachtspunt (6).

Het eerder opgestelde adviesrapport ’Multimorbiditeit en Regie in het ziekenhuis’ heeft een globale werkwijze beschreven voor het versterken van de regie van patiënten met meerdere chronische aandoeningen die bij meerdere behandelaars komen in het ziekenhuis (7). Het stelt dat het belangrijk is om de regie te ondersteunen door aandacht te hebben voor de volgende drie elementen (zie figuur 1.):

 

1. een overkoepelende en afgestemde behandeling;

2. een overkoepelend aanspreekpunt;

3. organisatie en zelfmanagement.

Figuur 1. Drie elementen van regieondersteuning, waarbij het overzicht over de (zorg)situatie van de patiënt centraal staat (bron: Adviesrapport Multimorbiditeit en Regie in het ziekenhuis (8))

 

Deze leidraad richt zich op het eerste punt van het adviesrapport, de overkoepelende en afgestemde behandeling. Met een ‘overkoepelende en afgestemde behandeling’ wordt bedoeld een tussen behandelaren afgestemd plan, waarin op basis van de situatie en wensen van de patiënt prioriteiten zijn gesteld en afspraken zijn gemaakt over de behandeling van de patiënt.

 

Uit het eerdere adviesrapport bleek dat medisch specialisten herkennen dat multimorbiditeit in het ziekenhuis afstemming en coördinatie vereist en dat dit onvoldoende gebeurt. Alle zorgprofessionals dragen verantwoordelijkheid voor hun rol in het geheel en zouden onderdeel moeten uitmaken van een samenwerkend netwerk rondom de patiënt. Om gecoördineerde zorg te bieden moeten zij beschikken over de juiste competenties. Overleg in het ziekenhuis is afhankelijk van onder andere bereikbaarheid en beschikbaarheid van collega’s. Belangrijke randvoorwaarden om dit te bereiken zijn financiering van indirecte patiëntenzorg-tijd en ondersteuning door ICT en/of elektronisch patiëntendossier (EPD).

 

Uit het adviesrapport wordt duidelijk dat het vormgeven van een overkoepelende en afgestemde behandeling bij patiënten met meerdere chronische aandoeningen nog in de kinderschoenen staat. Wanneer patiënten opgenomen zijn in het ziekenhuis of wanneer zij zich in een (semi-)acuut diagnostisch of behandeltraject bevinden, zijn er vaak standaard overlegstructuren binnen het ziekenhuis waar gebruik van kan worden gemaakt om gezamenlijk de juiste diagnostische of therapeutische stappen vast te stellen. Zo zijn er al meerdere multidisciplinaire werkvormen (multidisciplinaire overleggen (MDO), multidisciplinaire poliklinieken en samenwerkingen met internist-ouderengeneeskunde/klinisch geriater) waarbij de drie elementen van regieondersteuning reeds geborgd worden. De meeste patiënten met meerdere chronische aandoeningen vallen echter niet onder één van deze samenwerkingsverbanden, of soms slechts gedurende een beperkte periode in het kader van een specifiek behandeltraject, waardoor er patiënten met meerdere chronische aandoeningen overblijven bij wie coördinatie en afstemming afhangt van de individueel werkende medisch specialisten in het team van behandelaren. Welke specifieke populaties van patiënten met meerdere chronische aandoeningen in het ziekenhuis het meest baat hebben bij een MDB hangt af van de specifieke risico’s die patiënten ten aanzien van de fragmentatie van zorg lopen.

 

Het team van behandelaren bij patiënten met meerdere chronische aandoeningen is uiteenlopend in aantal maar ook in type, en de noodzaak tot afstemming hangt af van de specifieke problematiek. Bij patiënten met multimorbiditeit zijn er enerzijds clusters van aandoeningen die vaak samen voorkomen, ook wel concordante multimorbiditeit genoemd. Deze ziekten hebben gedeelde risicofactoren (artrose en diabetes bij obesitas), eenzelfde pathofysiologie (hartinfarct en perifeer vaatlijden), of kunnen tot de andere ziekte leiden (polyneuropathie bij diabetes, veel psychische comorbiditeit). Patiënten met concordante multimorbiditeit hebben vaker baat bij dezelfde klinische behandelingen, zoals hypertensie, ischemische hartziekte en diabetes. Anderzijds bestaat er discordante multimorbiditeit, aandoeningen die bij toeval samen voorkomen met verschillende risicofactoren, pathofysiologie en behandelingen. Rondom sommige clusters van concordante multimorbiditeit zijn in de huidige medisch-specialistische praktijk reeds organisatievormen ontstaan, omdat medisch specialisten elkaar vaak tegenkwamen bij de zorg voor dezelfde patiënt. Zo zijn er bijvoorbeeld ziekenhuizen met een cardiorenaal overleg (met internist-nefroloog en cardioloog) of met een dyspneu-poli (met cardioloog en longarts). Voor oudere patiënten met discordante multimorbiditeit en bij kwetsbare ouderen wordt in Nederland al vaak verwezen naar de internist-ouderengeneeskunde of klinisch geriater, waarna er vaak één op één afstemming gezocht wordt met de individuele zorgverleners.

 

Voor wat betreft de combinatie van psychiatrische en somatische comorbiditeit wegen er aanvullende medisch-inhoudelijke en zorginhoudelijke aspecten mee die bijdragen aan de complexiteit (9,10). Er is een sterke correlatie tussen somatische en psychiatrische comorbiditeit, ongeveer 50% van de patiënten met een chronische psychiatrische ziekte heeft een somatisch gezondheidsprobleem (11–13). Als voorbeeld zien we bij schizofrenie frequent cardiovasculaire aandoeningen, COPD, infecties, endocriene stoornissen, en kanker (14,15). Ook kunnen er directe somatische consequenties van een psychiatrische aandoening optreden, zoals osteoporose bij anorexia nervosa. Omgekeerd gaan ook ernstige en chronische somatische ziekten vaker gepaard met een psychiatrische comorbiditeit, zoals een depressie bij hart- en vaatziekten. Het is belangrijk om bewust te zijn van de negatieve impact die een bijkomende psychiatrische aandoening, zoals depressie of een psychotische stoornis, kan hebben op de behandeluitkomsten van somatische ziekten. Het interfereren van somatische en psychiatrische comorbiditeit op meerdere niveaus vraagt dus afstemming tussen behandelaren. In de context van deze leidraad is het belangrijk dat men zich realiseert dat de psychiatrisch georiënteerde zorgverleners en somatische zorgverleners vaak in gescheiden organisaties werken, wat een barrière kan zijn voor het zoeken van afstemming terwijl dit juist essentieel is.

 

Ook moet er aandacht zijn voor de psychosociale gevolgen van somatische ziekten, zonder dat er een psychiatrische ziekte in engere zin aanwezig is. Een op de drie patiënten met een chronische aandoening ervaart psychosociale problemen. Aandacht voor psychosociale problematiek en de ondersteuning hiervan bespaart tijd en kosten, leidt tot betere uitkomsten van medisch-specialistisch handelen en zorgt voor een toename in patiënten tevredenheid en therapietrouw (10). Wij sluiten ons aan bij de kwaliteitsstandaard psychosociale zorg bij somatische aandoeningen, waar gesteld wordt dat psychosociale ondersteuning geïntegreerd moet worden in de behandeling van de patiënt en stimuleren aandacht hiervoor in de opleiding geneeskunde en vervolgopleidingen. In deze leidraad wordt de psychosociale situatie meegenomen in de beoordeling van de patiënt met meerdere chronische aandoeningen.

 

Voor patiënten met meerdere behandelaren in het kader van multimorbiditeit zijn een aantal van de elementen van een klassiek MDO goed bruikbaar (zie Tabel 1). Het verschil met een MDO is dat er bij de patiëntengroep met discordante multimorbiditeit niet op voorhand specifieke specialismen bekend zijn. Omdat er vaak aanvullende informatie over de patiënt bij de behandelend arts aanwezig is die niet alleen over de ziekte en behandeling gaat, is het van belang dat zoveel mogelijk de behandelend arts zelf aanwezig is en niet een vervangend collega van hetzelfde specialisme. Het bespreekmoment hangt af van de problematiek die er speelt en is beperkt op voorhand vast te leggen.

 

Voor multidisciplinair overleg in het kader van multimorbiditeit wordt dan ook niet op voorhand de conventionele inrichting bedoeld (vast moment met een vaste groep zorgverleners van verschillende specialismen), maar afstemmen met verschillende disciplines om tot een geïntegreerde beoordeling van een patiënt met multimorbiditeit te komen, met aandacht voor alle domeinen waar bij deze patiënten problemen kunnen optreden.

 

Tabel 1. Elementen van bestaande MDO’s en de vertaling naar doelgroep patiënten met multimorbiditeit*

 

Het advies rapport heeft als aanbeveling dat er bij een overkoepelende en afgestemde behandeling zorggedragen moet worden dat:

  • Het duidelijk is welke haalbare doelen worden nagestreefd;
  • Alle voors en tegens van de verschillende ingezette behandelingen (inclusief medicatie, interacties van aandoeningen, medicatie- en/of leefstijladviezen) zijn afgewogen in het licht van de doelen, voorkeuren, behoeften en omstandigheden van de patiënt (volgens het model van Samen Beslissen);
  • Er een duidelijk plan is voor de toekomstige, geplande zorg, inclusief reden (van bijvoorbeeld controle/follow-up of behandeling) en de nagestreefde doelen;
  • Er onderlinge afstemming is geweest onder de diverse behandelaren. N.B. De behandelaar die zorg draagt voor de overkoepelende en afgestemde behandeling neemt het voortouw in de afstemming van alle behandelingen, maar neemt niet standaard de inhoud van alle behandelingen over. Iedere betrokken behandelaar blijft verantwoordelijk voor diens eigen deel en inhoud van de behandelingen en de afstemming daarover met andere behandelaren.

Een overkoepelende en afgestemde behandeling kan worden bereikt door een multidisciplinaire beoordeling (MDB). De werkgroep definieert een MDB als volgt:

 

De multidisciplinaire beoordeling bij multimorbiditeit (MDB) is een zorgactiviteit op maat die ingezet kan worden wanneer fragmentatie van zorg wordt ervaren. Het doel van een MDB is om met alle betrokken zorgverleners en de patiënt een overkoepelend plan voor de ziekenhuiszorg op te stellen en af te stemmen. Dit plan is gebaseerd op het biopsychosociaal functioneren, en sluit aan bij de doelen, voorkeuren en mogelijkheden van de patiënt.

 

In deze leidraad maken wij inzichtelijk wat bijdraagt aan een goed multidisciplinair overleg voor de patiënt met meerdere chronische aandoeningen om de zorg af te stemmen. Eigen goede voorbeelden waarbij een vergelijkbaar doel wordt nagestreefd blijven ook een optie. In de verdere uitwerking van deze leidraad benoemen wij twee belangrijke rollen: de regieondersteuner en het aanspreekpunt. Onder regieondersteuner verstaan wij een behandelaar die verantwoordelijk is voor de afstemming en coördinatie van zorg voor een patiënt met al diens ziektes en aandoeningen, over de lijnen van verschillende tweede- en derdelijns organisaties heen. De huisarts blijft de regieondersteuner in de eerste lijn. Onder aanspreekpunt verstaan wij een behandelaar die de contactpersoon is voor de patiënt. Het aanspreekpunt hoeft niet de rol van medisch-inhoudelijk expert te vervullen, maar moet wel aan deze informatie kunnen komen. De regieondersteuner en het aanspreekpunt mogen dezelfde persoon zijn, maar dat hoeft niet. Mochten deze twee rollen bij verschillende personen belegd worden, dan volgt hier uiteraard uit dat deze personen heel nauw samenwerken en een regieteam vormen. Zo zou een internist-oncoloog regieondersteuner kunnen zijn, maar de verpleegkundig specialist van de oncologie het aanspreekpunt. De werkgroep is er zich van bewust dat er in andere documenten (zoals in de KNMG verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg (16)) en binnen bepaalde instanties (zoals de GGZ), ook gesproken wordt over ‘regievoerder’, ‘regiebehandelaar’, of andere vergelijkbare termen, die gebruikt worden in een andere context, namelijk voor een bepaalde aandoening. Het juridische kader van deze termen en definities vragen verdere uitwerking. Desondanks kiest de werkgroep voor de term ‘regieondersteuner’ om de continuïteit te bewaken met andere leidraden over Multimorbiditeit en wij hanteren onze eigen definitie. Hier kunnen geen juridische consequenties aan worden ontleend.

Onderbouwing

  1. 1. van Oostrom S, Gijsen R, Stirbu I, Korevaar J, Schellevis FG, Picavet S, et al. Toename in chronische ziekten en multimorbiditeit. NTVG [Internet]. 2017 Aug 24 [cited 2023 Mar 21]; Available from: https://www.ntvg.nl/artikelen/toename-chronische-ziekten-en-multimorbiditeit
  2. 2. Integrated care models: an overview. World Health Organization; 2016.
  3. 3. Nolte E, Knai C, Hofmarcher M, Conklin A, Erler A, Elissen A, et al. Overcoming fragmentation in health care: chronic care in Austria, Germany and The Netherlands. Health Econ Policy Law. 2012 Jan;7(1):125–46.
  4. 4. Wallace E, Salisbury C, Guthrie B, Lewis C, Fahey T, Smith SM. Managing patients with multimorbidity in primary care. BMJ. 2015 Jan 20;350:h176.
  5. 5. Rapport Leven met meerdere aandoeningen [Internet]. Patiëntenfederatie Nederland; 2022 Nov p. 55. Available from: https://www.patientenfederatie.nl/downloads/rapporten/1274-rapportage-multimorbiditeit/file
  6. 6. Basisset MSZ Risicoprofiel 2022-2027. IGJ;
  7. 7. Multimorbiditeit en regie in het ziekenhuis [Internet]. Richtlijnendatabase; [cited 2023 Mar 21]. Available from: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/multimorbiditeit_en_regie_in_het_ziekenhuis/startpagina_-_multimorbiditeit_en_regie_in_het_ziekenhuis.html
  8. 8. Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg [Internet]. KNMG; 2022. Available from: https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/verantwoordelijkheidsverdeling
  9. 9. Leefstijl bij patiënten met een ernstige psychische aandoening (richtlijn 2015) [Internet]. GGZ Standaarden; 2015. Available from: https://www.ggzstandaarden.nl/richtlijnen/leefstijl-bij-patienten-met-een-ernstige-psychische-aandoening-richtlijn-2015/introductie
  10. 10. Kwaliteitsstandaard Psychosociale zorg bij somatische aandoeningen [Internet]. WSPZisa; 2019 Nov. Available from: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/kwaliteitsstandaard_psychosociale_zorg_bij_somatische_aandoeningen/startpagina_-_psychosociale_zorg_bij_somatische_aandoeningen.html
  11. 11. DE Hert M, Correll CU, Bobes J, Cetkovich-Bakmas M, Cohen D, Asai I, et al. Physical illness in patients with severe mental disorders. I. Prevalence, impact of medications and disparities in health care. World Psychiatry Off J World Psychiatr Assoc WPA. 2011 Feb;10(1):52–77.
  12. 12. Schorr S. Drug safety in patients with psychotic disorders. University of Groningen; 2010.
  13. 13. van Hasselt FM, Thier CSM, van Rijswijk E, Loonen AJM. Is somatic health screening in patients with severe mental illness of added value? Perspect Psychiatr Care. 2014 Jul;50(3):186-92.
  14. 14. Osborn DPJ, Nazareth I, King MB. Physical activity, dietary habits and Coronary Heart Disease risk factor knowledge amongst people with severe mental illness: a cross sectional comparative study in primary care. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol. 2007 Oct;42(10):787-93.
  15. 15. Oud MJT, Meyboom-de Jong B. Somatic diseases in patients with schizophrenia in general practice: their prevalence and health care. BMC Fam Pract. 2009 May 9;10:32.
  16. 17. Onderzoek Interprofessionale identiteit [Internet]. Federatie Medisch Specialisten; 2021 May. Available from: https://demedischspecialist.nl/sites/default/files/2021-12/fms_factsheet_interprofessionele_identiteit_210x297_def.pdf
  17. 18. Berkman ND, Chang E, Seibert J, Ali R, Porterfield D, Jiang L, et al. Management of High-Need, High-Cost Patients: A “Best Fit” Framework Synthesis, Realist Review, and Systematic Review [Internet]. Rockville (MD): Agency for Healthcare Research and Quality (US); 2021 [cited 2023 Apr 25]. (AHRQ Comparative Effectiveness Reviews). Available from: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK575200/
  18. 19. de Ruijter UW, Kaplan ZLR, Bramer WM, Eijkenaar F, Nieboer D, van der Heide A, et al. Prediction Models for Future High-Need High-Cost Healthcare Use: a Systematic Review. J Gen Intern Med. 2022 May;37(7):1763–70.
  19. 20. Wammes JJG, van der Wees PJ, Tanke MAC, Westert GP, Jeurissen PPT. Systematic review of high-cost patients’ characteristics and healthcare utilisation. BMJ Open. 2018 Sep 8;8(9):e023113.
  20. 21. Van Calster B, Vickers AJ. Calibration of risk prediction models: impact on decision-analytic performance. Med Decis Mak Int J Soc Med Decis Mak. 2015 Feb;35(2):162–9.
  21. 22. Wynants L, van Smeden M, McLernon DJ, Timmerman D, Steyerberg EW, Van Calster B, et al. Three myths about risk thresholds for prediction models. BMC Med. 2019 Oct 25;17(1):192.
  22. 23. Johnson TL, Rinehart DJ, Durfee J, Brewer D, Batal H, Blum J, et al. For many patients who use large amounts of health care services, the need is intense yet temporary. Health Aff Proj Hope. 2015 Aug;34(8):1312-9.
  23. 24. Vogeli C, Spirt J, Brand R, Hsu J, Mohta N, Hong C, et al. Implementing a hybrid approach to select patients for care management: variations across practices. Am J Manag Care. 2016 May;22(5):358-65.
  24. 25. Davis AC, Osuji TA, Chen J, Lyons LJL, Gould MK. Identifying Populations with Complex Needs: Variation in Approaches Used to Select Complex Patient Populations. Popul Health Manag. 2021 Jun;24(3):393-402.
  25. 26. Clegg A, Bates C, Young J, Ryan R, Nichols L, Ann Teale E, et al. Development and validation of an electronic frailty index using routine primary care electronic health record data. Age Ageing. 2016 May;45(3):353-60.
  26. 27. Heins M, Korevaar J, Schellevis F, Rijken M. Identifying multimorbid patients with high care needs - A study based on electronic medical record data. Eur J Gen Pract. 2020 Dec;26(1):189-95.
  27. 28. Verhoeff M, de Groot J, Burgers JS, van Munster BC. Development and internal validation of prediction models for future hospital care utilization by patients with multimorbidity using electronic health record data. PloS One. 2022;17(3):e0260829.
  28. 29. Hippisley-Cox J, Coupland C. Predicting risk of emergency admission to hospital using primary care data: derivation and validation of QAdmissions score. BMJ Open. 2013 Aug 19;3(8):e003482.
  29. 30. Hopman P, Heins MJ, Korevaar JC, Rijken M, Schellevis FG. Health care utilization of patients with multiple chronic diseases in the Netherlands: Differences and underlying factors. Eur J Intern Med. 2016 Nov;35:44-50.
  30. 31. Rosella LC, Kornas K, Yao Z, Manuel DG, Bornbaum C, Fransoo R, et al. Predicting High Health Care Resource Utilization in a Single-payer Public Health Care System: Development and Validation of the High Resource User Population Risk Tool. Med Care. 2018 Oct;56(10):e61-9.
  31. 32. Rosella LC, Kornas K, Sarkar J, Fransoo R. External Validation of a Population-Based Prediction Model for High Healthcare Resource Use in Adults. Healthc Basel Switz. 2020 Dec 4;8(4):537.
  32. 33. Ng SHX, Rahman N, Ang IYH, Sridharan S, Ramachandran S, Wang DD, et al. Characterising and predicting persistent high-cost utilisers in healthcare: a retrospective cohort study in Singapore. BMJ Open. 2020 Jan 6;10(1):e031622.
  33. 34. Berkman ND, Chang E, Seibert J, Ali R. Characteristics of High-Need, High-Cost Patients?: A "Best-Fit" Framework Synthesis. Ann Intern Med. 2022 Dec;175(12):1728-41.
  34. 35. Multimorbidity: clinical assessment and management [Internet]. NICE guideline; 2016 Sep [cited 2023 Mar 21]. Available from: https://www.nice.org.uk/guidance/ng56
  35. 36. Rijken M, Korevaar J. Goede zorg voor mensen met multimorbiditeit. Nivel; 2021.
  36. 37. Boyd C, Smith CD, Masoudi FA, Blaum CS, Dodson JA, Green AR, et al. Decision Making for Older Adults With Multiple Chronic Conditions: Executive Summary for the American Geriatrics Society Guiding Principles on the Care of Older Adults With Multimorbidity. J Am Geriatr Soc. 2019 Apr;67(4):665-73.
  37. 38. Engel GL. The need for a new medical model: a challenge for biomedicine. Science. 1977 Apr 8;196(4286):129-36.
  38. 39. Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) [Internet]. Richtlijnendatabase; 2021. Available from: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/comprehensive_geriatric_assessment_cga/startpagina_-_comprehensive_geriatric_assessment_cga.html
  39. 40. Elwyn G, Frosch D, Thomson R, Joseph-Williams N, Lloyd A, Kinnersley P, et al. Shared Decision Making: A Model for Clinical Practice. J Gen Intern Med. 2012 Oct;27(10):1361-7.
  40. 41. Pel-Littel RE, van de Pol M, de Boer M, Delmee L. Infographic Samen beslissen met kwetsbare ouderen [Internet]. Available from: https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/persoonsgerichte-zorg/infographic-samen-beslissen-kwetsbare-ouderen.pdf
  41. 42. Vermunt NP, Harmsen M, Elwyn G, Westert GP, Burgers JS, Olde Rikkert MG, et al. A three?goal model for patients with multimorbidity: A qualitative approach. Health Expect Int J Public Particip Health Care Health Policy. 2018 Apr;21(2):528-38.
  42. 43. Fried TR, Tinetti ME, Iannone L, O'Leary JR, Towle V, Van Ness PH. Health Outcome Prioritization as a Tool for Decision Making Among Older Persons With Multiple Chronic Conditions. Arch Intern Med. 2011 Nov 14;171(20):1856-8.
  43. 44. Handreiking Implementatie Passende zorg [Internet]. Federatie Medisch Specialisten; 2023 Jul p. 50. Available from: https://demedischspecialist.nl/sites/default/files/2023-07/handreiking_implementatie_passende_zorg.pdf

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 08-04-2024

Laatst geautoriseerd  : 08-04-2024

Geplande herbeoordeling  : 08-04-2028

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers

Algemene gegevens

In samenwerking met: verpleegkundigen & verzorgenden, en patientenfederatie nederland.

 

De ontwikkeling van deze leidraad werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de leidraad.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de leidraad is in 2021 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met multimorbiditeit.

 

Werkgroep

Prof. B.C. (Barbara) van Munster, Nederlandse Internisten Vereniging

Dr. S.K. (Sven) Schiemanck, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen

I. (Ilse) van Ee, Patiëntenfederatie Nederland

Drs. A.J. (Arend) Arends, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie

Drs. E.M. (Eefje) Meulenberg, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie

N. (Niels) Jongejan, Nederlandse Vereniging voor Cardiologie

Dr. J.E.H. (Jeroen) Ponten, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde

Prof. dr. P.M.L.A. (Patricia) van den Bemt, Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers

Prof. dr. I. (Indira) Tendolkar, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

W.M.E. (Mieke) Bil MANP, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

Dr. H. (Henk) Kramer, Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose

Drs. Y.M. (Yolande) Vermeeren, Nederlandse Internisten Vereniging
Drs. U.W. (Ursula) de Ruijter, persoonlijke titel

 

Agendaleden
Drs. L. (Lucie) van Iersel, Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde
Drs. E. (Eline) Okel, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

 

Meeleeslid

Prof. Dr. J. (Jako) Burgers, strategisch-medisch adviseur bij de NHG, en werkzaam als huisarts reflecteerde op persoonlijke titel op de leidraad

 

Met ondersteuning van

Drs. E.A. (Emma) Gans, adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Dr. J.F. (Janke) de Groot, senior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Drs. L.A.M. (Liza) van Mun, junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Y. (Yvonne) van Kempen, projectsecretaresse, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Achternaam werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Extern gefinancierd onderzoek

Intellectuele belangen en reputatie

Overige belangen

Ondernomen actie

* Voorzitter werkgroep Munster, Van

12/2020 - present Head of Alzheimer Center Groningen (5%)
04/2015 - present University Medical Center Groningen, Groningen
  04/2015: Principal investigator
  02/2019: Deputy trainer in geriatrics
  09/2019: fulltime Professor in geriatrics, Head of department

 

2021: Voorzitter Commissie Kwetsbare Ouderen

11/2022: internist-geriater

Onbetaalde nevenwerkzaamheden:
2021 - heden Lid nationale werkgroep Dementie Vriendelijk Ziekenhuis

2021 - heden Lid Stuurgroep Richtlijn Cluster cognitieve stoornissen

2021 - heden Voorzitter Nederlands Platform voor multimorbiditeit

2021 - heden Member multimorbidity working group European Federation of Internal Medicine

2020 - heden Board member ‘European Academy of Medicine of Ageing’

2017 - heden Gemandateerd Lid platform kwaliteit NIV namens kerngroep ouderengeneeskunde

2015 - heden Lid werkgroep wetenschap Nederlandse Vereniging Klinische Geriatrie

2015 - heden Member Multimorbidity Working Group, Guideline International Network

2016 - 2023 Voorzitter (2019 lid) werkgroep kwaliteit en richtlijnen, kerngroep ouderengeneeskunde

2020 - 2021 Afgevaardigde NIV DHFA

2019 - 2021 Expertgroep ‘Aging Academy'

2016 - 2021 Redacteur 'Tijdschrift gerontologie en geriatrie'

 

2022- heden Voorzitter leidraad multimorbiditeit (NIV)

2021 - heden Voorzitter werkgroep multidisciplinaire beoordeling (NIV)

2018 - 2021 Voorzitter werkgroep 'Regievoering bij multimorbiditeit' (NIV)

2016 - 2019 Voorzitter werkgroep 'shared decision making in behandelbeperkingen' (NIV)

2016 - 2019 Lid landelijke werkgroep 'zorgpad kwetsbare ouderen' (NIV)

Geen

Iedereen heeft baat bij de uitkomsten dus ook de directe omgeving

ZONMw: Young Onset Dementia- INCLUDED: Advance care planning (projectleider)

 

ZEGG/ZONMw: "The impact of a comprehensive geriatric assessment including advance care planning in acutely

hospitalized frail patients with cognitive disorders: the GOAL study" (projectleider)

 

Innovatiesubsidie ONO: ‘Regieondersteuning bij multimorbiditeit’ (projectleider)

 

ABOARD: A Personalized Medicine Approach for Alzheimer’s Disease (projectleider van deelproject)

 

Wetenschapsfonds Gelre Ziekenhuizen: ‘Esophagogastric Cancer in the elderly patient’ (geen projectleider)

 

Wetenschapsfonds Gelre Ziekenhuizen: ‘Perioperatieve mobiliteit’ (projectleider)

 

Hersenstichting ‘No guts no glory’ (1 miljoen) (geen projectleider)

 

ZonMw Wetenschap voor de praktijk: ‘Eigen huis als polikliniek: de ervaren kwaliteit van beeldbel zorg bij kwetsbare

ouderen met multi-morbiditeit en hun families’

 

Methodiekontwikkeling geïntegreerd Richtlijn gebruik bij Multimorbiditeit (geen projectleider)

 

SKMS: ‘Leidraad multimorbiditeit’ (geen projectleider)

 

Wetenschapsfonds Gelre Ziekenhuizen: ‘Gezondheidsvaardigheden van patiënten met multimorbiditeit en

meerdere betrokken behandelaars in het ziekenhuis’ (projectleider)

 

Wetenschapsfonds Gelre Ziekenhuizen: 'PREsurgery Thoughts’ (projectleider)

 

KMS: ‘Leidraad multidisciplinaire beoordeling’ (geen projectleider)

Regievoering bij multimorbiditeit is een van mijn aandachtsgebieden binnen de zorg en mijn onderzoekslijn.

Geen

Geen restricties

Ponten

Gastro-intestinaal en oncologisch chirurg, Groene Hart Ziekenhuis te Gouda.

Bariatrisch chirurg, Nederlandse Obesitas Kliniek.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Bemt, van den

Hoofd Sectie Patiëntenzorg - Klinische Farmacie en Farmacologie - UMCG - fulltime

Voorzitter bestuur Stichting ANNA (Academisch Netwerk Noordelijke Apotheken) -
onbetaald
Voorzitter Wetenschappelijke Adviesraad KNMP - betaald
Lid bestuur GAV (Groninger Apotheken Vereniging) - onbetaald
Lid Klinische Advies Raad Bijwerkingencentrum Lareb - betaald
Lid Medisch Ethische Toetsings commissie UMCG - onbetaald
Lid commissiepoule COVID-19 ZonMw - betaald
Lid Expertteam Multidisciplinair gesprek Programma Tijd voor Verbinding - betaald
Lid Multidisciplinaire Commissie COVID-19 onderzoek FMS - onbetaald
NB iha gaan de betalingen naar mijn werkgever.

 

Voorzitter redactieraad NPFO (Ned Platform Farmaceutisch Onderzoek) – onbetaald

Docentbegeleider Masteropleiding Kwaliteit en veiligheid RadboudUMC/NFU – betaald.

Commissie Duurzaamheid NVZA – onbetaald

NFU werkgroep Green Deal Duurzame Zorg Medicijnen

Werkgroep schoon water UMCG - onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Arends

Klinisch geriater Maasstadziekenhuis; medisch manager geriatrie
gedetacheerd naar Ikaziaziekenhuis, SpijkenisseMC en Van Weel-Bethesdaziekenhuis
voorzitter NVKG (vacatiegelden)

Secretaris DHFA (vacatiegelden)
lid Outbreak Management Team (OMT) van RIVM (vacatiegelden)
toehoorder aandeelhoudersvergadering KennisInstituut MS
voorzitter werkgroep PROMs voor heupfracturen

Bestuurslid stichting mentorschap Rotterdam en omstreken (onbetaald).

Geen

Geen

Geen

Voorzitter NVKG

Geen

Geen restricties

Kramer

Longarts, Martini Ziekenhuis Groningen; 1.0 FTE.

Lid adviesraad Longfibrose Patiëntenvereniging: medisch inhoudelijk advies omtrent patiëntenzorg en vragen van patiënten; onbetaald.

Ik heb geen belangen (financieel noch anderszins) bij de deelname en/of de uitkomst van deze werkgroep en/of het advies van de werkgroep.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Schiemanck

Revalidatiearts, Spaarne Gasthuis Hoofddorp (sinds 1-2-2023)
Afdelingshoofd afdeling revalidatiegeneeskunde LUMC, Leiden (tot  1-2-2023)

 

Zelfstandig revalidatiearts, parttime (Revalidatie Advies), sinds 1-10-23

 

Lid algemeen bestuur, Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) tot 11-2021 (onbetaald)
Lid Werkgroep Innovatie en Wetenschap (VRA) (onbetaald)
Lid Werkgroep Hersenletselrevalidatie (VRA) (onbetaald)
Lid Werkgroep Ziekenhuisrevalidatie (VRA) (onbetaald)
Lid Werkgroep Neuromusculaire aandoeningen (VRA) onbetaald

Geen

Geen

Hermes studie: onderzoek naar een ‘negatieve veer’ ter vermindering van spasticiteitsklachten bij lopen. Financier is Health Holland/ ZonMw/NWOttw. Geen rol als projectleider.

Geen

De afdeling revalidatiegeneeskunde LUMC  heeft een spreekuur voor ‘bewegingsstoornissen bij multimorbiditeit’ (pas sinds kort op zordomein)
Docent in  webinars voor specialisten ouderengeneeskunde en revalidatieartsen, door mij ontwikkeld met financiele ondersteuning van de farmacie (o.a. medtronic, willpharma, allergan) over revalidatieaspecten van patienten met multimorbiditeit.

 

Geen restricties

Tendolkar

Afdelingshoofd Psychiatrie, Radboudumc

Hoogleraar psychiatrie.

Geen

Geen

Geen

Onderzoek: Transcrantiaal Electrical Stimulation as treatment for delirium, financier is ZonMw open competitive. Geen projectleider.

Onderzoek: TMS for treatment obsessive-compulsive disorder (OCD): bridging the gap between 1st line treatment and invasive brain surgery. Financier is ZonMw, geen projectleider.

Geen

Geen

Geen restricties

Ee, van

Adviseur patientenbelang - patientenfederatie.nl - fulltime

Patient-advocate- psoriasispatiënten Nederland - onbetaald
Coördinator patientenparticipatie Psoriasispatiënten Nederland - onbetaald
Centrale redactielid - Psoriasispatiënten Nederland - onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Meulenberg

Geriater ETZ

Kwaliteitszaken NVKG, (onkosten) vergoeding

Commissie Behandeling van multimorbiditeit (NIV), vacatiegelden.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Bil

Verpleegkundig specialist AGZ, afd. Klinische geriatrie OLVG

Gastdocent (betaald)
Lid Beroepsgenoot Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg (Den Haag/Amsterdam, vacatiegelden)
Lid Landelijk Netwerk Klinische geriatrie (V&VN, onbetaald)
Lid/vicevoorzitter Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten klinische geriatrie V&VN (VS), onbetaald)
Lid codecommissie geneesmiddelen en hulpmiddelen (GMH, vacatiegelden)
Lid kamer Verpleegkundig specialisten capaciteitsorgaan (vacatiegelden)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Jongejan

PA Ouderengeneeskunde en 'stafarts' Stichting QuaRijn, Doorn, fulltime
PhD UMCU, part-fulltime
Co-applicant NWO-onderzoek Philips - UMCU - …

NVVC lid: Congrescommissie, parttime
NVVC lid: Commissie VS-PA lid, parttime
NVVC lid: Commissie Cardio-geriatrie, parttime
VWS Ramingscapiciteits orgaan, parttime

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Vermeeren

Werkgroep multidisciplinaire beoordeling bij multimorbiditeit

Lyme centrum Apeldoorn, onderdeel van Gelre ziekenhuizen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen restricties

Ruijter

Arts-onderzoeker Noordwest Ziekenhuisgroep en Erasmus universitair Medisch centrum (betaald)

Lid Nederlands Platform voor Multimorbiditeit (onbetaald)

Onderzoeksstagiair Coöperatie VGZ (onbetaald)

Geen

Geen

Ja, Erasmus MC Efficiencybeurs Advance Care Planning (ACP) bij multimorbide ouderen en Foreest Wetenschapsbeurs Noordwest Ziekenhuisgroep, High Utilizing Patient Prediction (HUPP) mode

Een deel van mijn onderzoek richt zich op regieondersteuning voor patiënten die fragmentatie van zorg ervaren.

Geen

Geen restricties

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van de Patiëntenfederatie Nederland voor het rondetafelgesprek en een afgevaardigde van de Patiëntenfederatie Nederland in de werkgroep. Het verslag hiervan (zie bijlage A) is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen en bij het opstellen van de overwegingen.

 

Gedurende de ontwikkeling van deze leidraad is er een survey van Patiëntenfederatie Nederland en haar leden onder dertienduizend mensen gepubliceerd. Van hen hadden er meer dan zevenduizend twee of meer aandoeningen. Het Onderzoek Leven met Meerdere Aandoeningen geeft onder andere inzichten in de gevolgen van het hebben van meerdere chronische aandoeningen op kwaliteit van leven en mentale gezondheid, de behoefte aan multidisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners en regievoering, en of de deelnemers zorg krijgen gericht op individuele aandoeningen of het totaalplaatje.  De inzichten uit dit onderzoek zijn meegenomen in de ontwikkeling van deze leidraad.

 

De leidraad is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Patiëntenfederatie Nederland en de aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz.

Bij de leidraad is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn leidraadhoofdstukken op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Hoofdstuk

Uitkomst raming

Toelichting

Hoofdstuk 1

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Hoofdstuk 2

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Hoofdstuk 3

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Hoofdstuk 4

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

 

Werkwijze

De modules zijn tot stand gekomen door middel van verschillende methoden: literatuursearch, focusgroepen, interviews en rondetafelgesprekken.

Literatuur

Er is door middel van een systematische search op 08-07-2021 gezocht naar nationale en internationale literatuur ten aanzien van de multidisciplinaire beoordeling bij multimorbiditeit bij volwassenen. De zoekvraag was gericht op het vinden van verschillende methoden om een multidisciplinaire beoordeling vorm te geven met meerdere medisch specialisten óf organisaties, waarbij de tweede lijn ten minste betrokken was. De methode en bevindingen van deze systematisch search zijn opgenomen in Bijlage C.

Daarnaast is er uitgebreide inventarisatie gedaan van kwaliteitsdocumenten over het multidisciplinair overleg en samenwerking in de zorg. Via de werkgroep werden verschillende documenten aangeleverd, er werd niet-systematisch gezocht (google), en Webinars (o.a. Oncologienetwerken ‘optimaliseren van het MDO’ bijgewoond.

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling.

 

Focusgroepen

 

Behandelaren van patiënten met multimorbiditeit in het ziekenhuis

 

Er werden 7 focusgroepen gehouden met behandelaren van patiënten met multimorbiditeit in het ziekenhuis. Tijdens deze focusgroepen werd o.a. een recente, lokale casus met multimorbiditeit besproken.

 

De discussiegids bestond uit drie hoofdvragen:

  1. Wat is de ervaring van behandelaren m.b.t. de onderlinge afstemming van zorg voor patiënten met multimorbiditeit in het ziekenhuis?
  2. Wat zijn de gedachtes van behandelaren op de werkdefinitie en doelgroep van een MDB, zoals deze is vormgegeven door de werkgroep?
  3. Hoe zou je een multidisciplinaire beoordeling kunnen vormgeven in de praktijk?

De focusgroepen werden geanalyseerd volgens de grounded theory methode door E. Gans en U. de Ruijter en de bevindingen staan uitgebreid beschreven in Bijlage B.

 

Huisartsen

 

Er werd 1 focusgroep gehouden met huisartsen. Zij waren ook uitgenodigd voor de focusgroepen met behandelaren in de tweede lijn, maar dit bleek niet haalbaar.

 

De discussiegids bestond uit de volgende hoofdvragen:

  1. Wat is de mogelijke rol voor de huisarts in een MDB?
  2. Hoe kunnen we de juiste afstemming met de eerste lijn bewaken (in de context van de MDB)?

De bevindingen van deze focusgroep staan beschreven in Bijlage E.

Daarnaast reflecteerde Prof. Dr. Jako Burgers, huisarts, op de leidraad en zijn overwegingen werden meegenomen.

 

Identificatie en interviews met best practices

Via de werkgroep werd er een uitvraag gedaan over best practices die raken aan de MDB. Er waren twee voorbeelden: het COBRA-MDO (Amsterdam-UMC) en de Intensieve Samenwerkingsafdeling (Jeroen Bosch Ziekenhuis). Beide initiatieven leveren zorg voor de patiënt met multimorbiditeit op een innovatieve wijze, waar wij leerpunten uit hebben getrokken.

De verslaglegging van de interviews die wij gedaan hebben met vertegenwoordigers van deze initiatieven staan beschreven in Bijlage D.

 

Interviews met auteurs

Op basis van de systematische literatuursearch die wij verricht hebben, waren er nog twee aanvullende vragen die wij aan alle auteurs wilden stellen:

1. Is it possible to give an estimation of the time investment required for the different elements of your care intervention? [deze vraag werd alleen gesteld wanneer het antwoord niet te vinden was in het artikel]

 

2. Is the care intervention still in practice today? Why/why not?

 

Met deze vragen wilden wij meer inzicht krijgen in de belemmerende en bevorderende factoren voor het oprichten van een MDB. De samenvatting van de antwoorden die wij verkregen hebben staan beschreven in Bijlage H.

 

Rondetafelgesprek met belanghebbende partijen

Het rondetafelgesprek vond plaats met belanghebbende partijen rondom de zorg van patiënten met multimorbiditeit. Het doel was om de conceptleidraad te bespreken en verbeteren en aanpassingen op te halen. Dit gesprek vond plaats nadat de conceptteksten waren geschreven en de werkgroep hiermee akkoord was, maar voordat de commentaarfase werd gestart.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptleidraad werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptleidraad aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraad werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

Volgende:
Herkenning van patiënten die baat hebben bij een multidisciplinaire beoordeling