Urineweginfecties (UWI) bij volwassenen

Initiatief: NVU Aantal modules: 26

Startpagina - Urineweginfecties (UWI) bij volwassenen

Waar gaat deze richtlijn over?

Het doel van de revisie is het ontwikkelen van een up-to-date multidisciplinaire richtlijn voor volwassen patiënten met een urineweginfectie om daarmee de zorg voor deze patiënten in Nederland te optimaliseren. De richtlijn richt zich op alle poliklinische en klinische volwassen patiënten met klachten van, verdenking op of met verhoogd risico op een infectie van de urinewegen, prostaat, testis en/of epididymis die een uroloog of een andere medisch specialist in tweede lijn consulteren. Alle aanbevelingen gelden ook voor kwetsbare ouderen, tenzij anders aangegeven.

 

Specifiek komen de volgende onderwerpen aan de orde in deze richtlijn:

 

Diagnostiek:

  • Welke vragen moet men bij de anamnese minimaal stellen bij patiënten met verdenking op een urineweginfectie?
  • Welk lichamelijk onderzoek moet men minimaal uitvoeren bij patiënten met verdenking op een urineweginfectie?
  • Welk laboratoriumonderzoek moet men minimaal laten verrichten bij patiënten met verdenking op een urineweginfectie?
  • Welke aanvullende urologische diagnostiek moet men minimaal verrichten bij patiënten met een urineweginfectie?
  • Welke aanvullende radiologische diagnostiek moet men minimaal verrichten bij patiënten met verdenking op een urineweginfectie?

 

Conservatieve therapie:

  • Wat is de behandeling van een ongecompliceerde urineweginfectie?
  • Wat is de behandeling van een gecompliceerde urineweginfectie?
  • Op welke wijze wordt een eenmalige acute cystitis zonder systemische symptomen behandeld waarbij er in verband met multiresistentie en/of allergie geen orale behandelopties met antibiotica zijn?
  • Op welke wijze wordt een urineweginfectie veroorzaakt door bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) behandeld?

 

Drainage van urinewegen en mannelijke geslachtsorganen:

  • Wat zijn indicaties voor drainage bij een urineweginfectie?
  • Wat is de behandeling van een hydronefrose bij een patiënt met een urineweginfectie?

 

Profylaxe bij recidiverende urineweginfecties:

  • Wat is de plaats van niet-antibiotische profylaxe bij recidiverende urineweginfecties?
  • Wat is de plaats van antibiotische profylaxe bij recidiverende urineweginfecties?
  • Wat is de plaats van blaasspoelingen bij recidiverende urineweginfecties?

 

Antibioticaprofylaxe bij (specifieke) urologische ingrepen:

  • Hoe om te gaan met antibioticaprofylaxe bij een urologische ingreep?
  • Wat is het optimale orale antibioticum als profylaxe bij transrectale prostaatbiopten?
  • Wat is het perioperatieve antibioticabeleid bij patiënten met een asymptomatische bacteriurie die een ingreep aan de urinewegen ondergaan?
  • Hoe dient te worden omgegaan met antibioticaprofylaxe bij een specifieke urologische ingreep: JJ-katheter en nefrostomie katheter?


Katheters:

  • Wat is het beleid rond blaaskatheters en antibiotica?

Organisatie van zorg:

  • Wat moet minimaal in een aanvraag voor microbiologisch urineonderzoek staan en welke informatie koppelt het microbiologisch laboratorium minimaal terug?

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor volwassen patiënten met urineweginfecties in de tweede lijn, zoals urologen, internisten, klinisch geriaters, en artsen-microbiologen. Voor patiënten is een aparte patiëntenversie geschreven en deze is te vinden op de Richtlijnendatabase.

 

Voor patiënten

Blaasontsteking komt vaak voor. Hiervoor kun je naar de huisarts, maar soms moet je naar het ziekenhuis. Het is belangrijk om te weten wanneer je antibiotica krijgt en wanneer niet.  Deze informatie gaat over wat je kunt verwachten in het ziekenhuis bij een blaasontsteking.

  • Links toevoegen naar betrouwbare patiënteninformatie zoals Thuisarts

 

Voor patiënten is een aparte patiëntenversie geschreven en deze is te vinden op de Richtlijnendatabase.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor de richtlijn is genomen door de Nederlandse Vereniging voor Urologie. De richtlijn is ontwikkeld door een werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de urologen, medisch microbiologen, internisten, klinisch geriaters, huisartsen en patienten.

Volgende:
Diagnostiek